Slim ontwerpen voor de toekomst: Rick Porcelijn over circulaire meubels

De meubel- en interieurbouwsector staat voor grote uitdagingen. Materialenschaarste, kwetsbare ketens en toenemende duurzaamheidsdoelen dwingen ondernemers om anders te kijken naar ontwerpen en produceren. Ontwerper en ingenieur Rick Porcelijn ziet circulair denken niet langer als een keuze, maar als een noodzaak. Met zijn boek Snelstartgids Circulaire Meubels en zijn praktijkervaring wil hij vakgenoten inspireren om waarde te behouden en risico’s te verkleinen.

Rick begon zijn loopbaan als industrieel ontwerper en onderzoeker aan de TU Delft, waar hij zich richtte op lichtgewicht en duurzame materialen. Toch vond hij zijn echte motivatie niet in de collegebanken, maar tijdens een fietstocht met zijn gezin van Amsterdam naar Rome. “Onderweg ontdekte ik dat het niet om het eindpunt gaat, maar om de reis”, vertelt hij. “Dat inzicht ben ik ook in mijn werk gaan toepassen: het proces van ontwerpen, onderzoeken en verbeteren is net zo belangrijk als het eindresultaat.”

Sindsdien investeert Rick wekelijks vijf procent van zijn tijd in een soort eigen atelier, waarin hij experimenteert met levenscyclusanalyses en duurzame oplossingen. Dat leidde uiteindelijk tot het schrijven van zijn boek Snelstartgids Circulaire Meubels, waarin hij circulair ontwerpen concreet en praktisch maakt voor de interieurbouw.

Van containerschip naar bewustwording
Een belangrijk kantelpunt kwam tijdens de coronapandemie. Rick zag een filmpje van het grootste containerschip ter wereld dat voor de kust van Californië lag te wachten, samen met tientallen andere schepen vol materialen en producten. “Daar drijft letterlijk onze economie”, zegt hij. “En als dat stilvalt, liggen ook onze projecten stil. Het maakte pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar onze ketens zijn.”

Die ervaring zette hem ertoe aan om duurzaamheid niet alleen als morele plicht te zien, maar ook als manier om bedrijfsrisico’s te verkleinen. “Circulair ontwerpen draait niet alleen om CO₂-reductie. Het gaat ook over leveringszekerheid, waarde behouden en minder afhankelijk zijn van verre aanvoerlijnen.”

Praktische lessen uit de praktijk
Rick werkte onder meer voor de Nederlandse Spoorwegen, waar hij complete winkels ontleedde om de milieu-impact te berekenen. Zijn conclusie is helder: het grootste verschil maak je niet met innovatieve materialen, maar met slim hergebruik.

“Een vloer die nog prima is, hoef je niet te vervangen. Een balie kun je opnieuw gebruiken, zelfs al ziet hij er daarna heel anders uit. Met zulke keuzes haal je met gemak 65% CO₂-reductie, veel meer dan met alleen materiaalinnovaties.”

In zijn boek geeft hij daarom niet alleen theoretische inzichten, maar vooral praktische handvatten. Hij onderzocht de honderd meest gebruikte materialen in meubels en interieurs en vertaalde die naar een overzichtelijk labelsysteem, vergelijkbaar met een Nutri-score op voedsel. Zo wordt in één oogopslag duidelijk welke materialen laag of juist hoog scoren op impact.

Wat kan wél en wat liever niet?
Een van de belangrijkste boodschappen: niet alle materialen zijn geschikt voor recycling. Verf, lijmen, kitten en plamuren vormen grote obstakels. Zelfs verf die als ‘milieuvriendelijk’ bekendstaat - zoals watergedragen verf voor binnen en buiten - bevat altijd plastic als bindmiddel, meestal in de vorm van acryl. Dat wordt vaak mooi verpakt als ‘(kunst)hars’, maar in feite is het gewoon plastic.

Zaag of schuur je geverfd hout, dan komt er fijn plasticstof vrij, samen met pigmenten, conserveringsmiddelen en vulstoffen. Dat is niet direct giftig, maar wél belastend voor je longen. Bovendien slijt je zaagblad en afzuiging er sneller door. Rick: “Veel mensen zijn verbaasd als ik vertel dat er plastic in verf zit: Huh, maar het is toch wateroplosbaar?”

Van wegwerpmateriaal naar circulaire kracht
“We smeren kilo’s plastic op onze meubels en gebouwen, en vergeten dat dit bij verwerking enorme problemen geeft”, legt Rick uit. “Bij twijfel moet je zulke materialen op extreem hoge temperaturen verbranden, wat veel energie kost en giftige stoffen oplevert.”

Daartegenover staan materialen die juist goed te hergebruiken zijn, zoals onbehandeld hout en spaanplaat met melamine. “Spaanplaat heeft vaak een slechte reputatie, maar de moderne varianten hebben een zeer lage uitstoot, hoge kwaliteit en kunnen tot wel acht keer opnieuw worden ingezet. Dat maakt het juist een sterke circulaire keuze.”


Economisch én toekomstbestendig
Waarom zouden bedrijven kiezen voor circulaire ontwerpen? Volgens Rick ligt het antwoord niet alleen in duurzaamheid, maar vooral in zekerheid en waarde. Producten en interieurs verliezen nu vaak snel hun waarde doordat ze moeilijk te demonteren of te hergebruiken zijn. “Als je vanaf het begin ontwerpt met demontage en hergebruik in gedachten, blijft de waarde langer behouden. Dat verkleint niet alleen de impact op het milieu, maar ook het bedrijfsrisico.”

Oproep aan de sector
Met zijn boek en zijn workshops wil Rick interieurbouwers praktische tools geven. “Ik hoop dat de 10.000 interieurbouwers in Nederland dit oppakken. Niet om nog meer regels en innovaties te verzinnen, maar om slim aan te sluiten bij bestaande recyclestromen.”

Zijn oproep is helder: “We hebben materialen en meubels genoeg om generaties vooruit te kunnen. Het gaat erom hoe we die slimmer gebruiken. Als we nu niets veranderen, blijven ondernemers vastzitten aan oplopende risico’s, kapitaalverlies en onhoudbare ketens. Samen werken aan het terugdringen van bedrijfsrisico’s, waardeverlies, prijsschokken en tekorten helpt daarbij. Circulair werken blijkt zo geen vrijblijvend idealisme, maar puur economisch lijfsbehoud.” Met zijn Snelstartgids en workshops inspireert en informeert Rick, en zet hij deelnemers direct praktisch aan de slag.