Vroeger noemden we het ‘leermeester’, tegenwoordig ook wel ‘praktijkopleider’. Niet alleen de benaming van de leerlingbegeleider is veranderd, ook de inhoud van de werkzaamheden is anders. Praktijkopleiders hebben vaker te maken met jongeren met rugzakjes of problemen.
Gaby Ockeloen houdt zich samen met collega Eveline Huiden binnen ECM bezig met de rol van praktijkopleiders. Ze inventariseert hun behoeften en organiseert trainingen en bijeenkomsten om hen zo goed mogelijk te ondersteunen.
Op welke manier verandert de rol van praktijkopleiders?
Gaby: “Met de benaming ‘praktijkopleider’ geef je aan dat je onderdeel bent van de opleiding. Leerlingen moeten écht iets leren, het is niet de bedoeling dat ze dingen gaan doen die ze al kunnen. Dat vraagt meer van de praktijkopleider. Vaak zijn dat mensen die van hun vak houden en de techniek beheersen. Dan is de vraag: hoe breng je dat over? En ook: hoe beoordeel je een leerling? Docenten zijn daarin getraind, praktijkopleiders niet, maar het hoort wel bij hun taken.”
Zijn de jongeren ook veranderd?
“De wereld om hen heen is vooral veranderd. Jongeren halen veel kennis en informatie van internet. Ik adviseer praktijkopleiders altijd daar gebruik van te maken. Laat ze maar een instructiefilmpje op YouTube bekijken. Los daarvan hebben praktijkopleiders vaker te maken met jongeren met rugzakjes. Ze moeten ook dealen met leerlingen met ADHD of autisme. Daarnaast kent deze generatie meer schrijnende gevallen van jongeren die een zorgtaak hebben binnen hun gezin. Ze moeten voor hun moeder zorgen of hun broertje of zusje naar school brengen. Het is verleidelijk om te vragen of je leerling een feestje heeft gehad als hij met een wit koppie op het werk komt, maar er kan ook best iets anders aan de hand zijn. Het is belangrijk dat je als praktijkopleider niet oordeelt en er probeert te zijn voor je leerling. Zo speel je als praktijkopleider ook een rol in of een leerling dit vak wil blijven uitoefenen. De huidige generatie is gevoelig voor sfeer. De tijd dat medewerkers klakkeloos uitvoeren wat de werkgever ze opdraagt, ligt ver achter ons.”
Hoe ziet de perfecte praktijkopleider eruit?
“Dat is iemand die zelf wil blijven leren. Dan zie je namelijk het nut van leren in en dat kan je dan ook overbrengen aan je leerlingen. Om hen te ondersteunen bieden we de training Praktijkopleider aan. Die wordt heel goed afgenomen. Van daaruit hebben we aanvullende modules ontwikkeld. Daarin gaan we dieper in op de begeleiding van jongeren. Zo hebben we de moldule Studenten motiveren en de module Ontwikkel uitdagingen.
Het begeleiden van leerlingen doe je er niet zomaar bij. Het is eigenlijk een soort coachfunctie. Ik zou graag zien dat het een aparte functie wordt in de cao. Dan krijgt het meer draagkracht en kunnen wij ook stimuleren dat ze opleidingen blijven volgen. In deze branche lopen de voorzieningen op dat vlak heel erg uiteen. Sommige praktijkopleiders weten niet eens dat ze praktijkopleider zijn. Dat kan natuurlijk niet. Leerlingen moeten van het begin tot het eind begeleid worden, zodat ze hun vak volwaardig kunnen uitoefenen.”
Waar hebben praktijkopleiders nog meer behoefte aan?
“Dat inventariseren we op onze prakijkopleidersbijeenkomsten. Op die avonden brengen we docenten en praktijkopleiders bij elkaar. Leerling, docent en praktijkopleider moeten het tenslotte samen doen. Ik probeer die partijen dichter bij elkaar te brengen. Op zo’n bijeenkomst kunnen ze met elkaar sparren. Als dan blijkt dat er behoefte is aan een verdiepende module, dan gaan we daar meteen mee aan de slag.”
